6 minuten leestijd
Vanaf de moestuin is nog net een windmolen te zien in het aangrenzende weiland. Met een tuinder sprak ik laatst over de energietransitie en de gevolgen voor weidevogels. Dit keer een ‘natuurpraatje’ over windmolens, zonnepanelen en weidevogels.

Er zijn 75 miljoen zonnepanelen en ruim twaalfhonderd windmolens extra nodig om Nederland van het gas af te krijgen. In de discussie over de achteruitgang van weidevogels gaat het vaak over de landbouw, maar wat voor gevolgen heeft de energietransitie op de weidevogels?
Verschillende organisaties en belangengroepen bogen zich vorig jaar aan zogenoemde klimaattafels over de vraag hoe de CO2-uitstoot verlaagt kan worden. In 2030 moet de uitstoot 49 procent minder zijn ten opzichte van 1990 en in 2050 zelfs 95 procent. In 2018 was zo’n 7 procent van alle opgewekte energie ‘hernieuwbare’ energie. Daarvan bestond 60 procent uit biomassa.
Nederland bungelt daarmee onderaan het Europese lijstje wat betreft hernieuwbare energie. Wil Nederland de ambitieuze doelen halen, dan moet er nog heel wat gebeuren. Er liggen plannen om alle kolencentrales te sluiten en te vervangen door windmolens en zonnepanelen.
Windmolens
De deelnemers aan de klimaattafels hebben afgesproken dat 70 tot 80 procent van de energieopwekking uit hernieuwbare energie moet bestaan in 2030. Om dit te bereiken, heeft de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) berekend dat er in de komende elf jaar zevenhonderd windmolens op zee en vijfhonderd windmolens op land bij moeten komen. Plus 75 miljoen zonnepanelen. In Nederland staan nu ongeveer 2300 windmolens en liggen er zo’n twaalf miljoen zonnepanelen.
Wind- en zonneparken schieten als paddenstoelen uit de grond. Zo ontstaan er de komende jaren nieuwe Nederlandse energielandschappen. Het is enigszins misleidend om energielandschappen ‘parken’ te noemen. Het heeft niets van doen met de door de mensen aangelegde groene gebieden. Er is weinig voorstellingsvermogen voor nodig om te zien dat een veld vol zonnepanelen of windmolens heel wat anders is dan bijvoorbeeld De Alde Feanen bij Earnewâld.

Een voorwaarde voor de meeste zonne- of windparken is dat ze in het landschap worden ingepast. In een zonneveld waar natuur of recreatie is gecombineerd is nog enigszins een park te herkennen. De meeste ‘parken’ zijn grote velden met panelen of windmolens. We moeten daarom ook niet spreken van ‘parken’, ik heb nog nooit gehoord van ‘gas- of kolenparken’.
Risico’s van windmolens
Het is duidelijk dat windmolens wind nodig hebben om te kunnen draaien, maar niet overal in Nederland waait het even hard. De meeste windkracht in Nederland is te vinden langs de kust en het IJsselmeer. Deze open en windrijke gebieden – zowel op zee als op land – zijn ook belangrijke gebieden voor vogels.
Vogelbescherming Nederland, Sovon en ecologisch onderzoeksbureau Altenburg & Wymenga hebben de nationale windmolenrisicokaart ontwikkeld. Het doel van deze kaart is het in beeld brengen van gebieden waar windmolens in Nederland de meeste risico’s voor vogels opleveren.
Het blijkt dat de windmolens de hoogste risico’s brengen als ze aan de kust staan. Juist de gebieden waar ook de meeste windkracht is. Verschillende deelkaarten brengen de risico’s per vogelsoort in kaart. Het potentiële risico voor weide-vogels is het hoogste in Fryslân, Noord-Holland en de kop van Overijssel, de weidevogel-hotspots in Nederland. Vogelbescherming Nederland pleit ervoor deze gebieden windmolenvrij te houden.
Klimaatverandering
In Nederland vinden jaarlijks naar schatting vijftigduizend trekvogels de dood doordat ze tegen de wieken aanvliegen, was vorig jaar te lezen in De Volkskrant. Volgens sommige natuurorganisaties zijn het dan ook ware ‘gehaktmolens’. Er zijn windmolens waar vogelkadavers onder liggen. Volgens ecologen is het gevaar van windmolens verwaarloosbaar. Trekvogels komen veel grotere gevaren tegen op hun reis naar het zuiden. Daarnaast vergen uitputting, klimaatverandering, verlies van leefgebied en de jacht veel meer slachtoffers.
Een buienradar voor vogels moet verandering brengen in het aantal windmolenslachtoffers. Computers analyseren vliegroutes en voorspellen precies wanneer trekvogels overvliegen. De windmolens worden dan tijdelijk stilgezet.
Verlies van leefgebied is een ander gevolg van het bouwen van windmolens. Vogels mijden gebieden met windmolens. Dit soort gebieden worden hierdoor ongeschikt als voedsel-, rust- en broedgebied. Dit geldt voornamelijk voor weide- en akkervogels.
Nestelen tussen de panelen
Door de recente opmars van zonnevelden is er nog te weinig kennis over de effecten voor de natuur en biodiversiteit. Toch waarschuwden natuurbeschermers en ecologen vorige zomer voor de bouw van zonnevelden. Volgens hen wordt de bouw van grote zonnevelden de nekslag voor kwetsbare natuur en bodemleven.
Voor de boer zijn zonnepanelen vaak een lucratief alternatief voor koeien of aardappelen. Als boeren massaal overgaan op zonnepanelen zal dat de doodsteek zijn voor weidevogels die nu al in de knel zitten. Waar nu nog koeien rustig in de wei staan te grazen, kunnen over enkele jaren honderden zonnepanelen staan te schitteren in de zon.

De eerste onderzoeken hebben aangetoond dat de impact van zonnepanelen op de bodem negatief is. Het zonlicht en de regen kunnen moeilijker de bodem bereiken. Dat is funest voor bodemleven, insecten en uiteindelijk weidevogels. En die bodem heeft het de afgelopen decennia al flink te verduren gekregen door overmatige bemesting en pesticiden.
De impact op de bodem is kleiner als de panelen minder dicht op elkaar staan. Panelen die op het zuiden zijn gericht staan vaak dicht op elkaar. Zo vangen de in rijen geplaatste panelen het meeste zonlicht en is de slagschaduw op de naburige panelen het kleinst. Tussen de rijen kan het zonlicht en de neerslag nog wel de bodem bereiken. Er is soms zelfs ruimte voor bijvoorbeeld grazende schapen.
Wenselijkheid
Onderzoeksbureau voor duurzame energie Good! schat in dat liefst 5500 vierkante kilometer van de grond in Nederland in aanmerking komt voor het plaatsen van zonnepanelen. Het onderzoek richt zich op daken en velden, maar kijkt niet naar de wenselijkheid hiervan. Van de 5500 vierkante kilometer is het aandeel agrarische grond slechts 3,7 procent. De terreinen met de meeste potentie blijven woon- en bedrijfsterreinen.

Nederland staat aan de vooravond van de energietransitie. Dit hoeft niet de nekslag voor weide-vogels te betekenen. Als we bij de bouw van toekomstige windmolens meer rekening houden met trekroutes en rust- en broedgebieden van vogels dan zullen minder vogels het slachtoffer worden van de wieken.
De grutto en de kievit zullen niet snel gaan broeden tussen of onder zonnepanelen. Laat staan dat ze daar voedsel kunnen vinden. Zonnepanelen op landbouwgrond is dan ook geen goed idee. Laten we eerst alle daken vol leggen. Plek zat.
[Dit artikel verscheen eerder in Vanellus het bondsblad van de Bond Friese Vogelwachten (BFVW)]
Uitgelichte foto: Laura Penwell
Ik ben benieuwd als we moeten kiezen tussen een zonnepark van 18 ha of een windmolen van 240 meter in hetzelfde gebied met weidevogels, wat dan de beste optie is voor de weidevogels?